OPTIMUM

Achtergrond
Omdat het risico op het ontstaan van borstkanker op postmenopauzale leeftijd groter is als vrouwen lichamelijk minder actief zijn, meer alcohol drinken, meer in gewicht zijn toegenomen en een hoger percentage lichaamsvet hebben (8-13% verhoogd risico per 5kg/m2), zijn leefstijl en gewicht niet optimaal bij de meeste vrouwen die borstkanker krijgen op postmenopauzale leeftijd. Postmenopauzale borstkanker overlevenden hebben daarnaast een verhoogd risico op het opnieuw krijgen van kanker en een verhoogd risico op type II diabetes en hart- en vaatziekten. Ter verbetering van gezondheidsgerelateerde uitkomsten bij kanker overlevenden, zijn aanbevelingen voor leefstijl en lichaamsgewicht uitgebracht, onder andere door het World Cancer Research Fund (WCRF). Deze leefstijlaanbevelingen zijn niet structureel ingebed in de huidige Nederlandse gezondheidszorg voor kanker overlevenden. Inzicht ontbreekt in de optimale timing en methode voor het bevorderen van voldoen aan de leefstijlaanbevelingen in kanker overlevenden. Het doel van de OPTIMUM studie is om deze optimale timing en methode te onderzoeken bij postmenopauzale borstkanker overlevenden.

Opzet
Voor deze studie worden postmenopauzale vrouwen geïncludeerd die 4 tot 6 maanden daarvoor de diagnose borstkanker kregen. Aan de (ex-)patiënten wordt gevraagd om vragenlijsten in te vullen op 4 tot 6 maanden na diagnose (wave1), 1 jaar na diagnose (wave2) en 2 jaar na diagnose (wave3). Bij wave 1 (4 tot 6 maanden na diagnose) zal ook nog teruggevraagd worden naar de situatie van de participant direct voorafgaand aan de diagnose.
De vragenlijsten op de verschillende meetmomenten gaan over het al dan niet voldoen aan leefstijlaanbevelingen met betrekking tot dieet, beweging, lichaamsgewicht en alcoholconsumptie (zoals beschreven in door het World Cancer Research Funch; www.wcrf.com), rookgedrag en slaap. De vragenlijsten bevatten ook vragen gericht op vermoeidheid, gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven, symptomen van depressie en angst, ziekte specifieke klachten, posttraumatische groei, zelfcompassie en emotieregulatie.
Naast het invullen van een vragenlijst op 3 verschillende momenten, wordt aan patiënten ook nog twee keer gevraagd om een eenvoudige spierkrachttest uit te voeren en om bloed af te staan. Daarnaast nemen een aantal patiënten deel aan een diepte interview (ongeveer 40 patiënten) of een focusgroep (ongeveer 30 patiënten). Verder draagt de helft van de patiënten 7 dagen een accelerometer en de andere helft van de patiënten wordt gevraagd om online een voedingsdagboek in te vullen voor 3 dagen.